Hier een herinnering van lang geleden. De zomer van 2005.
We hadden nog niet zoveel klimervaring en hadden zin om mooie tochten te gaan maken.
Joost en Jeroen haalde me op van de camping in Bondo, waarna we op weg gingen richting Zermatt.
Onderweg bleek er toch iets niet helemaal ok met het oude autootje van Jeroen. Af en toe even stoppen en onder de auto kruipen dan maar om naar de remmen te kijken.
Gelukkig bereikten we onze bestemming en namen we het voor ons veel te dure liftje omhoog naar klein Matterhorn. Even de Breithorn opstampen en lachen om de mensen die daar rondliepen in spijkerbroek of juist in volledig mammut extreme pak. Vervolgens slapen in Bivacco Rossi e Volante om de Castor en Pollux de volgende dag mee te pakken. Wat er gebeurde weet ik niet meer, of het weer sloeg om of we waren hoogteziek, maar we moesten onverrichter zaken naar beneden. Iedereen chagrijnig en Jeroen zeker. Al helemaal toen bleek dat het slecht weer zou blijven en de kansen op een beklimming erg klein waren. We sliepen in de parkeergarage van Saas-Fee op de grond in een donker hoekje, dat scheelde weer geld.
De volgende middag was Jeroen er helemaal klaar mee en wilde hij gewoon naar huis als er niet geklommen kon worden. Ik bleef langer in de Alpen en was dus ballast en werd om 23:00 in Martigny uit de auto gegooid zodat Jeroen en Joost naar huis konden rijden. Na stiekem een plekje gevonden te hebben op een overdekt terras van een pizzeria ging ik in m’n slaapzak liggen. De volgende dag liften dan maar.
Zo kon dat gaan met Jeroen en later hebben we er met elkaar hartelijk om gelachen.
Wat ik uit deze anekdote kenmerkend aan Jeroen vond voor toen en later was zijn passie voor het klimmen en zijn eigengereidheid daarin. Met vaak een lach en een andere keer de frustratie of irritatie die hij zo slecht kon verbergen. Dat maakte hem heerlijk eerlijk en eigen.
Jeroen, je gaat zo gemist worden. Heel veel sterkte voor iedereen!
Hier een herinnering van lang geleden. De zomer van 2005.
We hadden nog niet zoveel klimervaring en hadden zin om mooie tochten te gaan maken.
Joost en Jeroen haalde me op van de camping in Bondo, waarna we op weg gingen richting Zermatt.
Onderweg bleek er toch iets niet helemaal ok met het oude autootje van Jeroen. Af en toe even stoppen en onder de auto kruipen dan maar om naar de remmen te kijken.
Gelukkig bereikten we onze bestemming en namen we het voor ons veel te dure liftje omhoog naar klein Matterhorn. Even de Breithorn opstampen en lachen om de mensen die daar rondliepen in spijkerbroek of juist in volledig mammut extreme pak. Vervolgens slapen in Bivacco Rossi e Volante om de Castor en Pollux de volgende dag mee te pakken. Wat er gebeurde weet ik niet meer, of het weer sloeg om of we waren hoogteziek, maar we moesten onverrichter zaken naar beneden. Iedereen chagrijnig en Jeroen zeker. Al helemaal toen bleek dat het slecht weer zou blijven en de kansen op een beklimming erg klein waren. We sliepen in de parkeergarage van Saas-Fee op de grond in een donker hoekje, dat scheelde weer geld.
De volgende middag was Jeroen er helemaal klaar mee en wilde hij gewoon naar huis als er niet geklommen kon worden. Ik bleef langer in de Alpen en was dus ballast en werd om 23:00 in Martigny uit de auto gegooid zodat Jeroen en Joost naar huis konden rijden. Na stiekem een plekje gevonden te hebben op een overdekt terras van een pizzeria ging ik in m’n slaapzak liggen. De volgende dag liften dan maar.
Zo kon dat gaan met Jeroen en later hebben we er met elkaar hartelijk om gelachen.
Wat ik uit deze anekdote kenmerkend aan Jeroen vond voor toen en later was zijn passie voor het klimmen en zijn eigengereidheid daarin. Met vaak een lach en een andere keer de frustratie of irritatie die hij zo slecht kon verbergen. Dat maakte hem heerlijk eerlijk en eigen.
Jeroen, je gaat zo gemist worden. Heel veel sterkte voor iedereen!