Riley Ben King, beter bekend als B.B. King, was een bekende Amerikaanse bluesgitarist en singer-songwriter. Op 15 december 2006 ontving B.B. King de hoogste burgeronderscheiding, de Presidential Medal of Freedom. B.B King wordt gezien als één van de grootste bluesartiesten aller tijden. Het muziekblad Rolling Stone plaatste King op de derde plaats in een lijst van de honderd beste gitaristen.
Zijn bekendste hit is zijn cover van "The Thrill Is Gone" uit 1970.
King werd geboren op een plantage en een groot deel van zijn jeugd werkte hij, samen met zijn moeder en grootmoeder, als een sharecropper. Voor hij van zijn andere talenten weet had, zou hij per 45 kg katoen 35 dollarcent betaald hebben gekregen. Reeds vroeg raakte King in de ban van zwarte muzikanten als T-Bone Walker en Lonnie Johnson, en jazzartiesten zoals Charlie Christian en Django Reinhardt. Snel ontwikkelde King zijn eigen muzikale vaardigheden in de kerk bij het zingen van gospel.
In 1943 verhuisde B.B. King naar Indianola, Mississippi. Drie jaar later verhuisde hij weer naar Memphis, Tennessee, waar hij zijn gitaartechnieken verfijnde, met de hulp van zijn neef, country bluesgitarist Bukka White.
Uiteindelijk begon King zijn muziek live op het radiostation van Memphis WDIA te brengen, een station dat juist een draai had gemaakt door enkel zwarte muziek uit te zenden - wat destijds zeer opmerkelijk was. On air begon King de naam The Pepticon Boy te gebruiken, wat later Beale Street Blues Boy werd. Die naam werd afgekort tot gewoonweg Blues Boy, wat uiteindelijk B.B. werd.
In 1949 verschenen de eerste twee singles van King via Bullet Records uit Nashville (Tennessee). Zijn debuut was Miss Martha King. In datzelfde jaar begon King songs op te nemen onder contract met RPM Records. Veel van zijn vroege opnames werden geproduceerd door Sam Phillips, die later het legendarische Sun Records zou stichten.
In de jaren 1950 werd B.B. een van de belangrijkste namen in rhythm-and-bluesmuziek, met een imposante lijst van hits zoals "You Know I Love You", "Woke Up This Morning", "Please Love Me", "When My Heart Beats Like a Hammer", "Whole Lotta' Love", "You Upset Me Baby", "Every Day I Have The Blues", "Sneakin' Around", "Ten Long Years", "Bad Luck", "Sweet Little Angel", "On My Word of Honor" en "Please Accept My Love". In 1962 begon King bij ABC-Paramount Records.
In november 1964 nam B.B. King het legendarische album Live at the Regal op in het Regal Theater te Chicago.
King vond zijn eerste succes buiten de bluesmarkt in 1969 met zijn remake van Roy Hawkins' melodie, "The thrill is gone", dat een hit werd in zowel de pop- als de R&B-hitlijsten, een zeldzame gebeurtenis, zeker in die tijden. Kings succes bleef duren in de jaren zeventig met liedjes als "To Know You Is to Love You" en "I Like to Live the Love". Van 1951 tot 1985 verscheen King maar liefst 74 keer in de Billboards-R&B-charts.
De jaren tachtig, negentig en de periode na 2000 leverden niet zoveel platen op, maar King bleef wel zeer actief in televisieshows, films, en trad zo'n 300 keer per jaar op. In 1988 bereikte hij een nieuwe generatie fans via de single "When Love Comes To Town", opgenomen samen met de Ierse band U2. In 2000 nam King samen met gitarist Eric Clapton het album Riding With The King op. In 1988 had hij een gastoptreden tijdens een concert van Gary Moore. De uitvoering van "The thrill is gone" is legendarisch.
In 2004 werd aan King een eredoctoraat uitgereikt door de Universiteit van Mississippi. Zijn uitgebreide bluescollectie schonk hij aan het 'Ole Miss Center for Southern Studies'.
King heeft een zeer vol en actief leven geleid. Hij bezat een vliegbrevet, was bekend als gokker, vegetariër, niet-drinker en niet-roker. Als diabeticus sinds meer dan tien jaar, was King een van de spreekbuizen van de strijd tegen diabetes.
In 2011 trad hij voor het laatst op in Nederland tijdens het North Sea Jazz. In 2014 trad hij nog steeds op, maar door een val tijdens een concert in de House of Blues in Chicago kwam daar toch op 89-jarige leeftijd een eind aan. Begin april 2015 werd hij opgenomen in het ziekenhuis van zijn woonplaats Las Vegas wegens ernstige uitdroging als gevolg van zijn diabetes. Eind april werd hij thuis verzorgd, waar hij in mei overleed tijdens zijn slaap.
B.B. King speelde vooral op Gibson-gitaren en noemde ze traditiegetrouw "Lucille".
Dit is ontstaan in de winter van 1949. King speelde in Twist, een plaats in Arkansas, Amerika. Tijdens zijn optreden begonnen twee mensen te vechten en ze stootten een vat brandende petroleum om die als verwarming dienst deed. Daardoor kwam het gebouw in brand te staan. Toen iedereen buiten was, realiseerde King zich dat hij zijn gitaar had achtergelaten. Hij riskeerde toen zijn leven om zijn gitaar te halen.
Toen King later hoorde dat het gevecht over een vrouw ging die "Lucille" heette, besloot hij zijn gitaar zo te noemen, om zich er aan te herinneren nooit meer zoiets te doen.
Meer...
Minder...