Liefste Annie,
“Le vent nous portera”
Steeds opnieuw als ik de intro van dit lied hoor keren mijn herinneringen terug naar dinsdag 19 juli 2016, mijn eerste werkdag op het OCJ. Gezien de familieconnectie had ik al wat info vergaard over wat me te wachten stond. Het was een tof team, een goeie mix tussen jong en oud. De teamverantwoordelijke zal je wel kunnen appreciëren, zei hij.
Mijn eerste dag werd ik rondgeleid door jou op de bureau. Je kwam wat streng over maar toen al kreeg ik met een goedgeplaatst grapje een lach op je gezicht. Na het doornemen van alle papieren stuurde je me het team in, met een map vol info en vooral de geruststelling dat ik bij jou terecht kon als er iets was. Tegen de avond hoorde ik voor het eerst je toenmalige ringtone. De intro deed me denken aan thuis, aan de dagen waarop mijn vader één van zijn oude folk cd’s koos om die avond op te vrolijken. Wat een coole griet, dacht ik in mezelf.
-Le vent l’emportera-
De uitnodiging om je te raadplegen indien nodig bleek geen loze belofte. Je stond altijd klaar voor het team, en dus ook voor mij. Was het voor een caseoverleg, om eens te horen hoe het met me ging en hoe ik me integreerde in de groep, je deur was altijd open. Naarmate we elkaar beter leerden kennen, voelde ik me steeds beter om ook andere dingen met je te delen. Dagelijks kwam ik je bureau binnengewandeld om naar huis te vertrekken en even gedag te zeggen. Meer dan eens duurde dat gedag zeggen langer dan een uur, waardoor we beiden veel later thuis waren dan verwacht. We discussieerden over het leven. Je wist veel over hoe het met me ging, hoe mijn relatie thuis verliep. Je wist soms zelfs meer dan mijn kozijn/vriend/collega Bert. Zo was je bij de eerste personen die het wist dat ik het ultieme geluk had gevonden, ik werd papa. Je was bijna even blij als ikzelf. Je luide bulderlach, gevolgd door een gemeende knuffel. Beiden even typerend.
-Le vent nous portera-
We deelden niet alleen de leuke dingen. Ook wanneer het wat slecht ging, zoals toen je neefje ziek werd. Je wist dat mijn schoonmoeder diezelfde vreselijke ziekte had gehad en je vroeg me raad. Je vroeg me hoe het was voor mij, wat jij kon doen. Je vroeg steun die ik je met plezier gaf, net zoals jij die mij ontelbare keren hebt gegeven. Onze professionele en persoonlijke relatie werd er alleen maar sterker door. Ook wanneer ik het moeilijk had, twijfelde aan mezelf en zelfs mijn rol als consulent wou neerleggen, deden jouw welgemeende woorden me opnieuw geloven in mezelf. Ik herinner me nog de dag dat je het laatst vertrok op bureau. We hadden net vergadering gehad. Je voelde je opgejaagd. Er klopte iets niet. Toen dacht ik al, dit voelt niet goed. Wat later kwam dan de diagnose. Het was niet goed.
-Le vent les portera-
Sindsdien is het leven nooit meer echt hetzelfde geweest. We hoorden hoe hard je vocht. Ik kwam ook eens samen met Bert op bezoek. Doch afgezwakt, zag ik diezelfde sterke, goedlachse vrouw terug. We gingen een tourke wandelen, het deed ons alle drie veel deugd. Ik ben zo blij dat ik dit nog met je kunnen delen heb. De dagen voor de geboorte van mijn dochter zat ik in tweestrijd. Ik kon het met niet voorstellen dat ik het fantastische nieuws van haar geboorte niet met jou als eerste op het werk zou kunnen delen, maar wist niet hoe je er tegenover stond. Je stelde me gerust, goed nieuws was zeer welkom, al zal het via foto en tekst moeten gebeuren. Ik stuurde je de weken na de geboorte dikwijls eens een fotootje, je reacties hierop blijven me altijd bij.
-Le vent l’emportera-
De ziekte was echter ongemeend hard. De dag voor ik op reis vertrok met mijn familie kreeg ik het nieuws. Na lang strijden werd je uit je lijden verlost. Het bracht me veel verdriet. Mijn familieleden, waarmee ik op reis was getrokken begrepen het niet. “Het was toch geen collega? Het was je baas?”. Ik vermoed dat niemand echt kan begrijpen wat je voor me was. Je was mijn baas, mijn houvast in moeilijke tijden, maar tegelijk was je ook zoveel meer. Je leerde me zoveel bij, over het werk en over het leven. De dag begon niet goed zonder je luide lach te horen. Je bracht leven in de brouwerij. Je was tegelijk zo sterk, maar toch zo lief en benaderbaar. Je geloofde in mij, zag het beste in mij. Al zeker toen ik het zelf niet meer zag.
-Le vent nous portera
Vandaag schrijf ik deze brief uit eerbetoon, maar ook gewoon als bedanking. Jouw aanwezigheid maakte mijn leven rijker. Je hebt veel passanten in je leven, het zou afbreuk zijn om je zo te noemen. Tot op vandaag ben je een grote motivatiebron. Meer dan ooit wil ik me bewijzen als consulent, tonen dat ik alle vertrouwen die je me hebt geschonken effectief waard ben. Je bent niet alleen een bron van motivatie, maar ook één van inspiratie. Ik vraag me vaak nog af, als ik opnieuw vastzit in een casus, wat zou Annie zeggen? Hoe zou zij het aanpakken.
Afsluiten wil ik met een belofte. Jij, Annie, zal nooit vergeten worden. Je leeft voort in mij, in de collega’s, in je fantastische dochters en in je man, in iedereen die van je hield. Later, als mijn dochter wat groter is, zal ik ongetwijfeld over je vertellen Annie. Als ze twijfelt welke weg op te gaan in haar leven. Dan zal ik vertellen over je adviezen die je me hebt gegeven, over hoeveel sterker je me hebt gemaakt. Maar bovenal zal ik haar vertellen dat het mogelijk is, om een vrouw te zijn die moeiteloos ambitie, leiderschap en karakter combineert met vriendelijk, liefdevol en humoristisch omgaan met haar naasten, collega’s en team. En dat alles met een coole flair.
Ik mis je Annie,
Wim
Liefste Annie,
“Le vent nous portera”
Steeds opnieuw als ik de intro van dit lied hoor keren mijn herinneringen terug naar dinsdag 19 juli 2016, mijn eerste werkdag op het OCJ. Gezien de familieconnectie had ik al wat info vergaard over wat me te wachten stond. Het was een tof team, een goeie mix tussen jong en oud. De teamverantwoordelijke zal je wel kunnen appreciëren, zei hij.
Mijn eerste dag werd ik rondgeleid door jou op de bureau. Je kwam wat streng over maar toen al kreeg ik met een goedgeplaatst grapje een lach op je gezicht. Na het doornemen van alle papieren stuurde je me het team in, met een map vol info en vooral de geruststelling dat ik bij jou terecht kon als er iets was. Tegen de avond hoorde ik voor het eerst je toenmalige ringtone. De intro deed me denken aan thuis, aan de dagen waarop mijn vader één van zijn oude folk cd’s koos om die avond op te vrolijken. Wat een coole griet, dacht ik in mezelf.
-Le vent l’emportera-
De uitnodiging om je te raadplegen indien nodig bleek geen loze belofte. Je stond altijd klaar voor het team, en dus ook voor mij. Was het voor een caseoverleg, om eens te horen hoe het met me ging en hoe ik me integreerde in de groep, je deur was altijd open. Naarmate we elkaar beter leerden kennen, voelde ik me steeds beter om ook andere dingen met je te delen. Dagelijks kwam ik je bureau binnengewandeld om naar huis te vertrekken en even gedag te zeggen. Meer dan eens duurde dat gedag zeggen langer dan een uur, waardoor we beiden veel later thuis waren dan verwacht. We discussieerden over het leven. Je wist veel over hoe het met me ging, hoe mijn relatie thuis verliep. Je wist soms zelfs meer dan mijn kozijn/vriend/collega Bert. Zo was je bij de eerste personen die het wist dat ik het ultieme geluk had gevonden, ik werd papa. Je was bijna even blij als ikzelf. Je luide bulderlach, gevolgd door een gemeende knuffel. Beiden even typerend.
-Le vent nous portera-
We deelden niet alleen de leuke dingen. Ook wanneer het wat slecht ging, zoals toen je neefje ziek werd. Je wist dat mijn schoonmoeder diezelfde vreselijke ziekte had gehad en je vroeg me raad. Je vroeg me hoe het was voor mij, wat jij kon doen. Je vroeg steun die ik je met plezier gaf, net zoals jij die mij ontelbare keren hebt gegeven. Onze professionele en persoonlijke relatie werd er alleen maar sterker door. Ook wanneer ik het moeilijk had, twijfelde aan mezelf en zelfs mijn rol als consulent wou neerleggen, deden jouw welgemeende woorden me opnieuw geloven in mezelf. Ik herinner me nog de dag dat je het laatst vertrok op bureau. We hadden net vergadering gehad. Je voelde je opgejaagd. Er klopte iets niet. Toen dacht ik al, dit voelt niet goed. Wat later kwam dan de diagnose. Het was niet goed.
-Le vent les portera-
Sindsdien is het leven nooit meer echt hetzelfde geweest. We hoorden hoe hard je vocht. Ik kwam ook eens samen met Bert op bezoek. Doch afgezwakt, zag ik diezelfde sterke, goedlachse vrouw terug. We gingen een tourke wandelen, het deed ons alle drie veel deugd. Ik ben zo blij dat ik dit nog met je kunnen delen heb. De dagen voor de geboorte van mijn dochter zat ik in tweestrijd. Ik kon het met niet voorstellen dat ik het fantastische nieuws van haar geboorte niet met jou als eerste op het werk zou kunnen delen, maar wist niet hoe je er tegenover stond. Je stelde me gerust, goed nieuws was zeer welkom, al zal het via foto en tekst moeten gebeuren. Ik stuurde je de weken na de geboorte dikwijls eens een fotootje, je reacties hierop blijven me altijd bij.
-Le vent l’emportera-
De ziekte was echter ongemeend hard. De dag voor ik op reis vertrok met mijn familie kreeg ik het nieuws. Na lang strijden werd je uit je lijden verlost. Het bracht me veel verdriet. Mijn familieleden, waarmee ik op reis was getrokken begrepen het niet. “Het was toch geen collega? Het was je baas?”. Ik vermoed dat niemand echt kan begrijpen wat je voor me was. Je was mijn baas, mijn houvast in moeilijke tijden, maar tegelijk was je ook zoveel meer. Je leerde me zoveel bij, over het werk en over het leven. De dag begon niet goed zonder je luide lach te horen. Je bracht leven in de brouwerij. Je was tegelijk zo sterk, maar toch zo lief en benaderbaar. Je geloofde in mij, zag het beste in mij. Al zeker toen ik het zelf niet meer zag.
-Le vent nous portera
Vandaag schrijf ik deze brief uit eerbetoon, maar ook gewoon als bedanking. Jouw aanwezigheid maakte mijn leven rijker. Je hebt veel passanten in je leven, het zou afbreuk zijn om je zo te noemen. Tot op vandaag ben je een grote motivatiebron. Meer dan ooit wil ik me bewijzen als consulent, tonen dat ik alle vertrouwen die je me hebt geschonken effectief waard ben. Je bent niet alleen een bron van motivatie, maar ook één van inspiratie. Ik vraag me vaak nog af, als ik opnieuw vastzit in een casus, wat zou Annie zeggen? Hoe zou zij het aanpakken.
Afsluiten wil ik met een belofte. Jij, Annie, zal nooit vergeten worden. Je leeft voort in mij, in de collega’s, in je fantastische dochters en in je man, in iedereen die van je hield. Later, als mijn dochter wat groter is, zal ik ongetwijfeld over je vertellen Annie. Als ze twijfelt welke weg op te gaan in haar leven. Dan zal ik vertellen over je adviezen die je me hebt gegeven, over hoeveel sterker je me hebt gemaakt. Maar bovenal zal ik haar vertellen dat het mogelijk is, om een vrouw te zijn die moeiteloos ambitie, leiderschap en karakter combineert met vriendelijk, liefdevol en humoristisch omgaan met haar naasten, collega’s en team. En dat alles met een coole flair.
Ik mis je Annie,
Wim